De bezetting is voorbij, Na bijna vijf loodzware jaren krabbelt Nederland op uit de Tweede Wereldoorlog. Er is veel schade. Diverse Brabantse dorpen zijn verwoest en rondslingerende munitie maakt nog lange tijd slachtoffers. Het ergste was nog wel het verlies van miljoenen mensenlevens. De oorlog sloeg diepe gaten in de samenleving. Het was een duistere tijd, die voor veel overlevenden nooit echt eindigde.
Na de ineenstorting van nazi-Duitsland in het voorjaar van 1945, komt in Europa een enorme vluchtelingenstroom op gang. Miljoenen ontheemden zwerven rond. Onder hen veel vluchtelingen die op de loop gingen voor het oorlogsgeweld, maar ook mensen die de concentratiekampen hebben overleefd. Velen zijn zo ziek dat ze alsnog aan alle ontberingen overlijden.
Van de 107.000 joodse Nederlanders die werden gedeporteerd door de bezetter, zijn er nog maar zo'n 5200 in leven. Een van hen is Gerhard Durlacher. Hij overleefde diverse concentratiekampen. Via omzwervingen belandt hij in de zomer van 1945 in Eindhoven. In het Veemgebouw van Philips, de radiotoestellenfabriek. Daar was het grootste opvangcentrum voor evacués in het zuiden van Nederland.
Kil
''In Eindhoven zijn we geen passagiers maar vrachtgoed'', schrijft Durlacher later. ''Een kille kampsfeer hangt daar als een loden wolk. Oneindige zalen zonder bedden, zonder stoelen. Op de stenen vloer donkere stromatrassen, meterslang en breed als perken op beton.'' Velen dragen nog hun kampkleding. De ontvangst is over het algemeen kil en bureaucratisch, zo omschrijven de teruggekeerden dat later.
Overlevenden gaan op zoek naar familie en vrienden, in de hoop dat ze zullen opduiken. Van de meesten is nog wel bekend wanneer ze zijn gedeporteerd naar een concentratiekamp in Duitsland of Polen maar daarna houdt vaak alle informatie op.
Een van die spoorloze mensen is Nico Wolf uit Veghel. Hij vecht als soldaat tegen de Duitse bezetter in mei 1940 en belandt in krijgsgevangenschap. Zijn ouders kunnen intussen vluchten maar zelf wordt hij op transport gesteld en verdwijnt hij. Pas in 1952 wordt door de gemeente Veghel vastgesteld dat hij overleden is. Zonder graf en exacte overlijdensdatum, overleden ergens in Midden-Europa.
De Tilburger Bertram Polak treft hetzelfde lot. Zijn ouders kunnen vluchten. De Tilburger wordt op transport gesteld en vermoord in een concentratiekamp.
Sommige familieleden vinden elkaar terug na de oorlog. Maar dat waren toch eerder uitzonderingen.
Verzetsmensen en dwangarbeiders
Ook dichter bij huis verdwijnen mensen voorgoed. Zoals de groep verzetsmannen die wordt doodgeschoten in de Loonse en Drunense Duinen. Hun graf is ondanks vele zoekacties nooit gevonden.
Dan zijn er nog de dwangarbeiders. Mannen die in Duitsland vaak onder zware omstandigheden in Duitse fabrieken werkten. Zeker 8500 Nederlanders keren nooit terug. Tienduizenden overleven het, maar dat merken hun familieleden pas als ze weer voor de deur staan, na een lange bus- of voettocht.
'Bleekneusjes'
Nu het internationale verkeer veiliger is geworden, kan er ook steeds makkelijker gereisd worden. Uit diverse Brabantse dorpen gaan kinderen naar het buitenland om aan te sterken. Begin mei gaan 29 kinderen uit Goirle naar Zwitserland. Zo gaan er veel ‘bleekneusjes’ op vakantie.
Nederland wil de verschrikkingen achter zich laten en voor de verhalen is pas veel later aandacht. Alles is gericht zich op de wederopbouw. Diverse dorpen in Brabant liggen in puin, zoals Overloon, Schijndel, Hank, Dussen, Woensdrecht, Hoogerheide, Dinteloord, Klundert en Moerdijk. Talloze woningen, kerken en molens zijn verwoest. Noodwoningen bieden hier en daar uitkomst, in afwachting van nieuwbouw.
Mijnenvelden
Dan is er nog het probleem van de miljoenen mijnen die nog onder de grond verborgen liggen. De explosieven maken nog lang slachtoffers. Net als de achtergebleven granaten en ander wapentuig. Zo ligt de kelder van het gemeentehuis in Dussen vol. Op 22 mei 1945 gaat het mis. Door een ongeluk gaat alles de lucht in. Er vallen 5 doden.
De oorlog in Europa is dan wel voorbij maar de nasleep duurt lang. Voor velen gaat de oorlog nooit voorbij en zal die altijd deel blijven uitmaken van een gruwelijke herinnering.
Bevrijd en verlaten
De bevrijding van ons land verliep in fases. Eerst het zuiden met Limburg en delen van Zeeland en een stukje Gelderland.
Brabant is grotendeels bevrijd tussen 17 september en begin november 1944. Maar een klein deel van Brabant bleef bezet tot het einde van de oorlog: het Land van Heusden en Altena, meer specifiek de streek tussen Werkendam, Veen en Hank. Dit gebied is nooit echt bevrijd met een (feestelijke) intocht van geallieerden of het wegjagen van de vijand. Op 9 mei 1945 is het gebied verlaten door de Duitse troepen en daarmee kwam het weer onder Nederlands gezag.
Het einde van de oorlog was voor iedereen anders. Maar er is ook een gedeelde herinnering: de oorlog begon voor iedereen op hetzelfde moment. Op 10 mei 1940, tachtig jaar geleden.