VARSSEVELD - Het executeren van 46 door de Duitsers gevangen genomen Nederlanders dreunt nog altijd na in Varsseveld en de rest van Nederland. Een ongelukkig verlopen verzetsactie resulteert op 2 maart 1945 in bloedige wraak door de bezetter. Daarbij worden op een akker aan de rand van Varsseveld 46 mannen doodgeschoten die uit de Kruisberg-gevangenis in Doetinchem zijn gehaald. Eén van de eerste grote herdenkingen van dit drama bij het toen nieuwe monument ter plaatse is in 1949 gefilmd door Bertus Heijerman uit Varsseveld.

De filmende horlogemaker van Varsseveld

Bertus Heijerman was leerling-horlogemaker toen hij in Doetinchem bij zijn werkgever leerde omgaan met een filmcamera. In 1940 begon hij zijn eigen horlogerie-optiek en filmde hij tot ongeveer 1960 in zijn dorp. De toen 26-jarige Heijerman filmt tijdens de oorlog de begrafenis van een onderduiker die door de SD werd ontdekt en werd doodgeschoten tijdens een gevecht om een pistool. Deze Nico Gitz zat ondergedoken in de woning van de (zussen in het verzet) Dames Jolink en de begrafenisstoet passeerde op de heen- en terugweg het huis van Heijerman die alles vanuit een raam in beeld bracht. Varsseveld loopt massaal uit voor de begrafenis.

Op 4 mei 1949 brengt Bertus de waarschijnlijk eerste massale herdenking van Rademakersbroek in beeld en zien we een grote groep dorpelingen en nabestaanden naar het monument wandelen dat vlakbij het akker staat waar de 46 mannen zijn geëxecuteerd. Er worden bloemen gelegd en gemeente-ambtenaar Maarten van Prooijen houdt een toespraak. 

Het drama van Rademakersbroek

Eind februari 1945 verkennen drie Duitse leger-landmeters de omgeving van boerderij De Bark tussen Aalten en Dinxperlo om geschikte plekken voor het opstellen van geschut te bepalen. De boerderij wordt door een plaatselijke verzetsgroep gebruikt en als de Duitsers naar binnen gaan worden ze gevangen genomen. De verzetsmensen besluiten de soldaten en hun chauffeur om te brengen, nadat die hebben geweigerd om te deserteren. Ze worden opgehangen en hun lijken worden in een auto gezet en met explosieven tegen een boom gereden om het zo op een ongeluk te laten lijken. Dat mislukt en al snel zien de Duitsers dat de vier zijn omgebracht.

In eerste instantie willen ze alle mannen die aan de nabijgelegen Aaltenseweg wonen doodschieten, maar burgemeester Boot weet dat tegen te houden. Uiteindelijk worden 46 Todeskandidaten uit de Kruisberg in Doetinchem gehaald en naar het korenveld aan Rademakersbroek gereden. Omwonende boeren en enkele gemeentewerkers worden gedwongen om nieuwsgierigen op een afstand te houden en om na de moordpartij de lichamen van de 46 weg te halen en op platte kar naar een begraafplaats in het dorp te brengen. Het graan op de plek waar de mannen zijn doodgeschoten zou hoger zijn gegroeid dan het omringende en werd door de boer geplukt en bewaard. Het zit nu in een glazen stolp en is onderdeel van het monument. 

Ieder jaar houdt de gemeente Oude IJsselstreek op 2 maart om 12.00 uur een herdenking bij het monument aan Rademakersbroek. Het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten is een project gestart dat alle doodgeschoten mannen (die uit het hele land afkomstig waren) een gezicht moet geven. 

Lees ook: 2 maart 1945 het drama van Rademakersbroek