Lancaster bommenwerpers van de Britse Royal Air Force en B17’s van de United States Air Force dropten tussen 28 april en 7 mei 1945 geen bommen maar eten boven West-Nederland. Deze operaties kregen de namen Operatie Manna (Britten) en Operatie Chowhound (Amerikanen). 

Het zijn aangrijpende, verdrietige, krachtige of hoopgevende foto’s die vertellen over vijf jaar bezetting in Nederland. Het project ‘De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s’ wordt samengesteld uit foto’s uit alle provincies. Elke provincie heeft 25 foto's ingestuurd. De presentatie van de 100 foto’s op 30 maart in de Tweede Kamer gaat vanwege de Coronacrisis niet door. In aanloop naar 4 & 5 mei zal op een andere manier bekend worden gemaakt welke 100 foto's zijn geselecteerd voor 'De Tweede Wereldoorlog in honderd foto's'. Op deze website belichten we een aantal foto's uit Zuid-Holland.Vandaag:voedseldroppings bij Ypenburg. 

Voedselpakketten waar blikken vlees en groenten in zaten, net als meel en eierpoeder. Ook was er thee, koffie, biscuits en chocola. De pakketten werden gedropt op verschillende plekken in het nog bezette westen van Nederland. Daar dreigde door de hongerwinter een humanitaire ramp. Deze foto werd gemaakt bij vliegveld Ypenburg. Te zien is dat de voedselpakketten werden verzameld. Ze werden later onder de hongerige bevolking verdeeld.

Droppingzones

Ypenburg was één van de plekken in de provincie Zuid-Holland waar de bommenwerpers het eten lieten vallen. Ook de vliegenvelden Valkenburg en Waalhaven waren droppingzones. Daarnaast was er renbaan Duindigt en kon er worden gedropt op weilanden in Terbregge en Gouda.

De droppings kwamen niet zonder slag of stoot tot stand. Aanvankelijk was het plan om eten over zee aan te voeren omdat de geallieerden hun vliegtuigen liever gebruikten voor militaire operaties. Toen bleek dat de nood heel hoog was voor de bevolking in West-Nederland, werd toch besloten vliegtuigen in te zetten. Van 28 tot 30 april vond in het dorpje Achterveld, vlak bij de frontlinie achter Amersfoort een bijeenkomst plaats met de Duitse rijkscommissaris Seyss-Inquart, vertegenwoordigers van de geallieerden en prins Bernhard. 

Vliegende kruideniers

Ondanks dat er nog geen officiële overeenkomst was, begonnen de Engelsen op 28 april met droppings boven bezet Nederland. Op 30 april was de afspraak dat de Duitsers niet op de vliegtuigen zullen schieten, rond. In totaal werden tot en met 7 mei 5200 vluchten gedaan waarmee meer dan 11.000 ton eten werd gedropt. In die dagen scheerden de vliegtuigen laag over bijvoorbeeld Delft. De toestellen werden uitgelaten toegezwaaid door de inwoners van Delft, die de vliegtuigen al snel ‘de vliegende kruideniers noemden’. 

Lees ook: Zweeds wittebrood na 75 jaar terug in Vlaardingen

Er wordt vaak gezegd: “Er kwam Zweeds wittebrood uit de vliegtuigen”. Het is een hardnekkig misverstand. Bij Operatie Manna en Operatie Chowhound werd er geen Zweeds wittebrood gedropt. Voor het Zweedse brood werd met schepen meel aangevoerd dat onder lokale bakkers werd verdeeld. Zij bakten het brood dat vervolgens onder de bevolking werd gedistribueerd. Dat was eind februari 1945. 

Lees ook: Het Hofplein tijdens de oorlog: Duitse borden wijzen de weg