Begin mei 1942 wordt broer Louis van Mientje Proost uit Bergen op Zoom opgepakt voor verzetswerk. Een van zijn vrienden ronselt Mientje voor het koerierswerk. De Bergse bezorgt vervolgens door het hele land pakketjes met vervalste bonkaarten, persoonsbewijzen en microfiches. Als in 1943 de Duitsers na verraad de verzetsgroep oprollen, wordt ook Mientje opgepakt.

Verpleegster
Een reeks eenzame opsluitingen, ontberingen en dreigementen volgt, maar krijgt Mientje niet klein ‘Ze is niet gezwicht, heeft nooit gesproken en daar was ze later ontzettend trots op”, vertelt haar dochter Marlies Hooyschuur.

“Mijn moeder was 19 jaar en leerling-verpleegster in Leiden. Dat was haar grote droom. In de oorlog brak ze echter haar opleiding af en ging terug naar Bergen op Zoom”, vertelt Marlies Hooyschuur. “Ze bezorgde voor het verzet een jaar lang allerlei pakketjes. Dat deed ze te voet, op de fiets of met de trein. In de pakketjes zaten belangrijke spullen die uiteindelijk in Londen terechtkwamen. Mijn moeder was koerier voor Jan Derks.” 

Mientje Proost als leerling-verpleegster in Leiden

Vreemde vraag
Op een dag hoort Mientje dat er Duitsers in het huis van Jan Derks rondliepen. “Op dat moment kan ze nog onderduiken, maar kiest daar niet voor. Ze zorgt eerst dat de vervalste spullen worden veiliggesteld, Daarna gaat ze naar de winkel van haar vader." In de winkel komt plots een onbekende man binnen. "Ik kom het materiaal van Jan Derks ophalen", herhaalt Marlies de woorden van de man destijds. "Mijn moeder antwoordde dat ze dat ‘een heel vreemde vraag' vond. Daarop is ze meegenomen in een auto en opgesloten de gevangenis van Scheveningen. "

Zwijgen als het graf
Het leven in de Scheveningse cel is mensonterend. Eenzame opsluiting en Mientje krijgt niet of nauwelijks te eten. Marlies: “Als ze zou praten dan zou ze lekker eten krijgen. Ook deden de Duitsers voorkomen dat andere leden van de verzetsgroep al hadden gesproken. Ook dreigden ze met het oppakken van haar vader en moeder.” Mientje zwicht niet en zwijgt als het graf, zeven maanden lang. Geen woord. Uiteindelijk brengen de Duitsers haar naar Haaren waar het strafproces tegen, zoals het proces heet, de 'Dienst Wim' begint. Mientje en de andere leden van de verzetsgroep worden ter dood veroordeeld.

 

Broer Louis zat in het verzet en werd opgepakt

Op Dolle Dinsdag breekt er paniek uit onder de Duitsers en worden een dag later vanuit Kamp Vught onder meer 600 vrouwen op transport naar Ravensbrück gezet. Mientje Proost is een van die vrouwen. Later belandt ze ook nog in Dachau. Vanwege de uitgebroken tyfus zijn er zieken in het kamp en wordt Mientje aan het werk gezet als verpleegster.

Staken voor beter eten
De wil om zich te verzetten krijgt Mientje niet uit haar lijf. Zo doet ze in de kampen mee aan een staking voor beter eten en zingt ze in Dachau vaderlandse liederen tijdens een bijeenkomst met de Hitlerjugend. Aan de vooravond van de dodenmars naar Innsbruck pleit ze bij de kampcommandant voor het vrijlaten van de gevangenen. De commandant weigert, waarop Mientje zoveel mogelijk verband en medicijnen steelt voor onderweg. Veel gevangenen overleven de mars niet. Mientje redt het, zij het met moeite, uiteindelijk ook. Na de bevrijding op 30 april 1945 voorziet ze de Amerikanen van informatie over de kampen en begeleidt ze Rode Kruis-transporten.

In 2010 kreeg Mientje Houtman-Proost een onderscheiding voor haar verzetswerk van de gemeente Bergen op Zoom. In september 2012 overleed Mientje.

 

Na de oorlog werd Mientje onderscheiden.