"Ik was zeventien toen de oorlog uitbrak, ik moest in Duitsland werken en dat wou ik niet. Ik werkte bij de belastingen en in '42 moest ik dus naar Hamburg toe. Maar ik had een vader die erg loos was. Die liet mij onderduiken bij oom Smallenbroek in Rotterdam. Ik schreef brieven: 'lieve ouders, ik ben in Hamburg aangekomen...', en die werden door iemand die wij goed kenden naar Hamburg meegenomen en daar op de bus gedaan, zodat als de Sicherheitsdienst kwam, 'die glad in de wiere waren', want er waren wel tien brieven, en ik was er toch niet."

Roel Reintjes werd geboren in Beilen in 1923 en overleed in hetzelfde dorp in 2003. Zijn hele leven bleef hij in het ouderlijk huis in Beilen wonen. Ouders waar hij vaak en liefdevol over sprak. Reijntjes was naar eigen zeggen 'een deftig kind', het 'jongetje Roeltje'. Zijn literaire werk is van grote betekenis geweest voor de Drentse taal en literatuur, daarnaast was Reintjes wat je noemt een uiterst markant man, met zijn vlinderstrik en zijn lijzige maar begaafde spreekstijl. Onderhoudend ook, op bijvoorbeeld talloze Drentse avonden waar hij een van de sprekers was. In 1989 sprak hij in het Radio Drenthe-programma De Mooie Kamer openhartig over de Tweede Wereldoorlog.

Opportunisme

"Ik heb nooit bewondering gehad. Er was teleurstelling, omdat ik cultureel Duitsland heel hoog achtte: Berlijn, met het cabaret. (...) Ik vond het verschrikkelijk bedreigend. En ik was zelf zo on-militair... Ik moet wel zeggen dat in die zin mijn opportunisme, het handig gebruik maken van de omstandigheden, me hielp. Ik zat drie week gevangen genomen in Sellingen omdat ik in Arbeidsdienst moest. Mijn vader heeft me daar weer uitgehaald, achterop de fiets. Maar ik was er onmiddellijk de persoonlijke bediende van de commandant van de arbeidsdienst, omdat ik netjes was, ik kon een beetje artistieke dingen doen en ik ben ook betrouwbaar. Ik stal niet zoveel als de anderen."

Jodenvervolging

"Wij waren uit die tijd. Wij hadden zo weinig voorlichting, wij hadden alleen dominee de Ridder hier in Beilen, van de Protestanten Bond die bezag. Ik was ook jong. Maar wij achten lui niet in staat tot deze dingen. Wij dachten: de Joden gaan naar Polen, moeten vreselijk hard werken maar komen in een jaar weer terug."

"En het was ook wel eens zo, en dat durf ik dan wel te zeggen, dat de Joden niet eens altijd populair waren. Het waren altijd de lui die handelden, en wie handelt verdient meer dan die koeien opfokt met grote moeite en die de vloer opdweilt. En als het je goed gaat wordt je met naijver bekeken. En dat speelde ook in het Drentse dorp. Waarom zouden we dat niet eerlijk bekennen?"

"Beilen was gemengd moedig. Natuurlijk: je helpt wel. Maar er bent heel veel lui per ongeluk 'held west'." - Roel Reijntjes in 1989 

 

'Beilen was gemengd moedig'

"Beilen was gemengd moedig. Natuurlijk: je helpt wel. Maar er bent heel veel lui per ongeluk 'held west'. Ik weet nou, nu ik 66 ben, dat heldenmoed ook altijd niet zuiver is. En dat maakt mij zo bedroefd, want ik zou zeggen: God, je hebt de schepping gemaakt, maar had de dingen toch eens wat duidelijker gemaakt. Of held, of niet held. Of goed, of kwaad. Maar alles hangt af van onze inborst, en toch als het weer gebeurt, zal ik toch weer moedige dingen doen en minder moedige dingen doen. Ik weet het niet."

Luister hier de uitzending van Drenthe Toen met Roel Reijntjes terug.