Ze moesten zich soms onder de banken en achter de bagage verstoppen. Of ze moesten als het gevaarlijk werd verkleed worden: de honderden Joodse kinderen die tussen 1942 en 1944 van Amsterdam naar Fryslân werden gesmokkeld. 

 Ze voeren met de gewone passagiers mee op de Jan Nieveen. En kapitein Haije Bouwman wist er wel van, maar deed net of hij niks in de gaten had.

Wie tegenwoordig op de Ruyterkade in Amsterdam staat, ziet niks terug van hoe het er in 1942 uitzag. De pieren waar de schepen aanlegden zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor een brede boulevard voor de mensen die onderweg naar het centraal station zijn. Het enige dat hetzelfde is gebleven is het drukke vaarverkeer. Honderden vrachtschepen varen alle dagen voorbij en de gemeentelijke vervoersdienst vaart continu van de ene kant van het water naar de andere kant.

Als de veerboot aanlegt krijg je even een idee hoe het er aan toe is gegaan. Grote aantallen mensen komen van de boot af en maken zich snel uit de voeten. Datzelfde gebeurde elke ochtend in 1942 ook. De Jan Nieveen had dan in zes uur de overtocht van Lemmer naar Amsterdam overgemaakt. De boot zat iedere dag vol. Met mensen die naar de hoofdstad moesten, maar ook met goederen die van Fryslân naar Holland moesten. Bij aankomst in Amsterdam liep de boot snel leeg. En dan begon het grote wachten op het moment dat de boot weer terug zou varen.

Amsterdams verzet

Op een van die dagen werd kapitein Haije Bouwman aangesproken door iemand van het Amsterdamse verzet. Die zocht om een manier om de Joden uit Amsterdam te krijgen. "Ze hebben met mijn opa gesproken om erachter te komen hoe hij er precies in stond. Daar is hij wat vaag over geworden, maar toch hadden ze in de gaten dat hij wel te vertrouwen was," vertelt kleinzoon Haije Bouwman.

Bouwman, vernoemd naar zijn opa, woont zelf in een plaats niet ver van de plek in Amsterdam waar de Jan Nieveen in de oorlog lag. Het verhaal over wat zijn opa in de oorlog had gedaan is pas na zijn overlijden boven water gekomen. "Mijn opa heeft er nooit over verteld. Hij vertelde sowieso niet zoveel, maar dit kwam ook niet ter sprake." Volgens Bouwman is het eigenlijk precies hoe zijn opa er in de oorlog zelf ook mee omging. "Hij wist alles, maar zei niks."