ARNHEM - Het blijft voor altijd een zwarte dag in de Gelderse geschiedenis: 22 februari 1944. De dag van het verwoestende Amerikaanse bombardement op Nijmegen dat aan ruim 800 mensen het leven kostte. Minder bekend is dat diezelfde dag ook Arnhem, Deventer en Enschede het doelwit werden van de Amerikanen die na het afblazen van hun missie naar het Duitse Gotha - het weer was te slecht - op zoek gingen naar gelegenheidsdoelen. De gevolgen waren rampzalig: in Arnhem vielen 57 doden en in Enschede 40 doden en 41 zwaargewonden. In de hoek Deventer-Terwolde viel slechts één dodelijk slachtoffer toen een boerderij werd getroffen.

Die fatale 22e februari stegen vanuit Engeland 177 Amerikaanse B24-Liberator bommenwerpers op voor een aanval op vliegtuigfabrieken in het Duitse Gotha. Toen dat doel vanwege slecht weer en dito zicht onbereikbaar bleek, werd besloten om te keren en gelegenheidsdoelen op te zoeken, zoals bijvoorbeeld spoorwegemplacementen of andere gebieden met industrie. Bij Deventer werd de bommenlast in een weiland gedropt. Niet bepaald een militair doel, maar terugkeren met een bommenlading mocht niet, en als er niet was gebombardeerd telde de vlucht niet als een zogeheten 'run'. En omdat voor Amerikaanse vliegtuigbemanningen na 25 missies hun Tour of Duty erop zat, was het zaak om in elk geval een aanval te noteren. 

Geen vergissing

Nijmegen, waar de Amerikanen besloten het stationsgebied te bombarderen, werd het zwaarst getroffen. Het stadscentrum kreeg er zwaar van langs. Onder meer als gevolg van de relatieve onervarenheid van de bemanningen, stelde de Nijmeegse historicus Joost Rosendaal later in een boek over het bombardement: geen vergissing maar een 'faux pas', zoals hij een Amerikaanse commandant citeerde: een keuze die nooit gemaakt had mogen worden. Voor Arnhem geldt dat de Amerikaanse bemanningen dachten dat ze een Duitse stad in het vizier hadden. 

B24-Liberators boven hun doel (Foto: publiek domein)

Nijmegen kreeg, en dat is zeker gezien de omvang van de verwoesting en het aantal slachtoffers niet onlogisch, de meeste aandacht. Jaarlijks worden de slachtoffers met een officiële plechtigheid herdacht en is er landelijke aandacht voor.

Het bombardement op Arnhem is in al die jaren slechts sporadisch herdacht. Meer aandacht, ook weer begrijpelijk, ging en gaat uit naar de Slag om Arnhem. Die indrukwekkende herdenking in aanwezigheid van Britse en Poolse veteranen geldt in Arnhem als dé herdenking van de Tweede Wereldoorlog. 

Op 15 april 2016 werd stilgestaan bij het bombardement en werd een gedenksteen, die jarenlang opgeslagen lag, teruggeplaatst in de Van Verschuerwijk, in het gebied waar destijds de bommen insloegen.

De Rijnwijk na de bommen - foto: Gelders Archief

Getroffen werden de Rijnwijk, Malburgen, industrieterrein Het Broek, het spooremplacement en woningen in de omgeving. Het monument werd onthuld in aanwezigheid van Dik de Boef die het bombardement overleefde en als drieënhalf jarige peuter onder het puin vandaan werd gehaald van zijn ouderlijke woning aan de Haagdoornstraat. 'Na een halve dag', herinnert De Boef (76 ) zich. 86 woningen werden verwoest en 464 gezinnen werden getroffen. 

Op maandag 20 februari 2017 zond '75 jaar Vrijheid, Op Weg Naar 2020' een reportage uit over het bombardement in Arnhem: 

 

 

 

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op dit bericht? Mail dan met de redactie: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.