Een meisjesboek met een kogelgat erin en sigarenbandjes met daarop Adolf Hitler. Het waren enkele van de meest bijzondere objecten die in het Noordelijk Scheepvaartmuseum in de Stad Groningen te voorschijn kwamen. 

Tientallen mensen bezochten daar de jaarlijkse actie 'Niet Weggooien!'  Die richt zich op het verzamelen van voorwerpen en verhalen uit de Tweede Wereldoorlog.

Er werden dit jaar vooral veel foto's en documenten ingeleverd. 'Mensen die de oorlog nog hebben meegemaakt sterven langzaam uit', zegt Klaas Niemeijer. Hij is vrijwilliger bij het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG).

'De kinderen ruimen hun huizen op en blijven dan zitten met foto's en documenten waarvan ze niet weten wat het is of wat ze ermee moeten.'

'Gezellige tijd'

Opvallend was dat meerdere mensen brieven en fotoalbums kwamen inleveren van familieleden die als dwangarbeider in Duitsland hadden gewerkt. De fotoalbums getuigen bijna van een gezellige tijd.

'Dat was misschien in het begin ook wel zo', vertelt een van de inbrengers. 'Tot ze werden ingezet om de doden die bij bombardementen waren gevallen, te bergen en te begraven.'

Een meisjesboek met daarin een kogelgat (Reinder Smith/RTV Noord) 

Sigarenbandjes van Duitsers

Andere mensen kwamen langs om voorwerpen uit de oorlog te laten bekijken. Zoals een album vol sigarenbandjes verzameld door iemands nichtje die op het stadhuis in Leeuwarden had gewerkt. Ze verzamelde de bandjes van de sigaren die de Duitsers wegpaften die het stadhuis hadden ingenomen. En op die sigaren prijkten onder meer Hitler, Stalin en Mussolini.

 

 Het plakboek met daarin alle sigarenbandjes. (Foto: RTV Noord) 

Helaas voor het OVCG wilde de eigenaar het alleen even laten zien en ging het, net als het kinderboek met het kogelgat na afloop van de middag weer met de eigenaren naar huis. Het is niet bekend waarom het kogelgat in het boek zit.

'Maar we hebben het verhaal en hun adressen genoteerd', zegt Anke Jongste van het OVCG, en als we een keer een tentoonstelling organiseren waar het te pas kan komen kunnen we het alsnog lenen”