ARNHEM - Het is 5 september 1944. De geallieerden hebben Antwerpen al bevrijd en minister-president Gerbrandy spreekt er in een toespraak op Radio Oranje zelfs van dat zij de Nederlandse grens al overschreden hebben. Dat leidt in Nederland tot hooggespannen verwachtingen, de bevrijding kan niet anders dan zeer nabij zijn. Vele duizenden vluchten op 5 september naar het oosten.

Op Dolle Dinsdag gaan de meest wilde geruchten door het land: de geallieerden zouden al in Breda zijn, Prins Bernhard is in Oss gesignaleerd, Franse en Belgische troepen zijn gezien in het Canisius College in Nijmegen..  Allemaal niet waar, maar het wordt veel NSB'ers en anderszins Duitsgezinde Nederlanders te heet onder de voeten.

Hoe zat het ook al weer met Dolle Dinsdag:

Al in de winter van 1942/1943 zijn binnen de NSB voorbereidingen voor de evacuatie van getrouwe vaderlanders getroffen. Er moeten, als het zover is, treinen worden gevorderd. 

De vluchtelingen gaan eerst naar het oosten van Nederland, om daarna, veelal via Westerbork, naar Duitsland te gaan. In totaal gaat het om meer dan 65.000 mensen. Ruim 35.000 daarvan komen terecht in de omgeving van de Lüneburger Heide, vlak bij Bremen. De Joodse gevangenen in Westerbork zien de NSB'ers geamuseerd komen. De aftocht van de vluchtelingen krijgt voorrang, de transporten van Joden naar het oosten wordt tijdelijk onderbroken.

 

Afbeelding

NSB'ers op de vlucht - Publiek Domein

De omstandigheden waarin de vluchtelingen in Duitsland terecht komen, zijn niet helemaal wat ze ervan verwacht hebben. De onderkomens zijn zeer eenvoudig, strozakken in een gymzaal of een school, het eten bestaat voornamelijk uit waterige koolsoep. En de Duitse gastvrijheid is ook niet vrijblijvend: van de jongens en mannen wordt verwacht dat ze zich aansluiten bij de SS om mee te vechten, of ten minste in een fabriek te gaan werken. De vrouwen moeten helpen in het huishouden of met de oogst. Een heel klein aantal vluchtelingen wordt ondergebracht op boerderijen in de omgeving, maar verreweg het grootste deel zal tot de bevrijding in vluchtelingenkampen verblijven.

Afbeelding

Auke Damhof in uniform - Publiek Domein

Auke Damhof uit Kleef wordt aangesteld als contactpersoon en regelaar, om allerhande zaken voor de vluchtelingen te regelen. Hij is een omstreden figuur, zo speelt Damhof in mei 1940 een kwalijke rol. Hij laat in Kleef wonende Nederlanders onder valse voorwendselen meevechten in het Duitse leger. In gestolen Nederlandse uniformen moeten de Hollandse jongens bruggen over het Maas-Waalkanaal overvallen. Van te voren wisten zij niet dat zij tegen hun eigen land moesten gaan vechten. Zelfs Anton Mussert spreekt daar schande van.

Zie hierover het item uit 75 jaar vrijheid op weg naar 2020:

Maar toch wordt Auke Damhof in september 1944 geschikt bevonden om samen met een Limburgse huisarts allerlei regelwerk te doen voor de Nederlandse vluchtelingen. Erg geschikt blijkt hij niet te zijn. Na de oorlog probeert Damhof zich ook hier uit te praten. Hij zou met veel tegenzin de leiding op zich genomen hebben, alleen maar met het welzijn van de arme vluchtelingen voor ogen. Dat hij er niks van bakt, ligt natuurlijk niet aan hem: "Dat het een grote rotzooi was erken ik volkomen, maar zulks zal niet verwonderen, wanneer men de mentaliteit van de mensen kent: roddelaars en laag opgeleiden die voor eigen gewin NSB'er waren." 

In januari 1945 gaat Anton Mussert op bezoek in het vluchtelingenkamp op de Lüneburger Heide. Hij zegt de daar verblijvende NSB'ers toe dat er binnen twee maanden zal worden begonnen met hun repatriëring. In maart vertrekt de eerste trein met mensen die rond Dolle Dinsdag zijn gevlucht terug naar Nederland. Bij aankomst komen ze weer terecht in een kamp, nu als staatsgevaarlijke gevangenen.