ENKHUIZEN - Enkhuizen, een schilderachtig plaatsje aan het IJsselmeer, bekend van het Zuiderzeemuseum. Op 15 maart 1945 wordt de plaatselijke bevolking zwaar getroffen als een bombardement volledig misgaat.

Die middag doen vier Spitfires een aanval op de haven, waar schepen liggen van de Duitse Wasserschutzpoilizei. Die heeft het voorzien op onder meer smokkelaars en neergehaalde geallieerde piloten die over het IJsselmeer worden gesmokkeld. De RAF vliegt met grote regelmaat over het IJsselmeergebied om de Duitse schepen te beschieten. Die taak is uitbesteed aan Poolse squadrons. 

Maar Spitfires mogen dan prima jachtvliegtuigen zijn; voor gerichte bombardementen op doelen in bewoond gebied zijn ze minder geschikt, zo heeft de praktijk al uitgewezen. De bommen missen hun doel en slaan in de omgeving in. De schade is enorm en 23 inwoners van Enkhuizen komen om, onder wie een groepje spelende kinderen, van wie de jongsten 4 jaar oud zijn.

De Duitse luchtafweer schiet een Spitfire neer. De Poolse vlieger weet weg te komen, wordt opgevangen door het verzet en blijft tot de bevrijding ondergedoken in Monnickendam. 

Op 6 oktober 1940 had een RAF-toestel ook al een aanval uitgevoerd op de haven. Een gelegenheidsdoel omdat slecht weer het bombarderen van het eigenlijke doel in Duitsland verhinderde. De Britse vliegers van de Blenheim-bommenwerper (foto) kiezen voor de haven waar bij eerdere luchtverkenningen veel schepen waren waargenomen Ook bij dit bombardement sneuvelden woningen: er viel één dode te betreuren.