Een keurige heer zit aan een eettafel met een perzisch kleedje te werken. Zijn uitzicht is een ligbad tegen een betegelde muur. Achter hem staat een bed. Het beeld is surrealistisch, maar wat was eigenlijk nog normaal aan het eind van de bezetting?

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Om de oorlogsjaren ook nu nog een gezicht te geven, startte onder de naam 'de Tweede Wereldoorlog in 100 foto's' een grote landelijke zoektocht naar foto's die een goed beeld van die tijd geven. Ook uit de provincie Utrecht kwamen indrukwekkende foto's.

De man in de badkamer heette Willem Hupkes en hij was waarnemend president-directeur van de Nederlandsche Spoorwegen. Hupkes zat ondergedoken in Maartensdijk sinds de oproep op Radio Oranje tot de landelijke spoorwegstaking op 17 september 1944.


Parachutisten bij Groesbeek op 17 april 1944. Foto: Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek

De NS-medewerkers hadden het werk neergelegd op de dag van de geallieerde luchtlandingen voor operatie Market Garden. De oproep om te staken kwam op kwart voor zes 's middags via Radio Oranje. De Nederlandse regering in Londen wilde voorkomen dat de Duitsers bij de slag het spoornetwerk zouden inzetten.

Kinderen van Versteeg

"Hupkes was compleet overrompeld", zegt conservator Evelien Pieterse van het Spoorwegmuseum in Utrecht. "Hij wist wel dat het er een keer van moest komen, maar hij had verwacht dat de directie van tevoren zou worden ingeseind. En zeker niet dat het hele NS-personeel via de radio tot staking zou worden opgeroepen. Hij geloofde het pas toen de NS-top via een illegale telefoonverbinding van het verzet de bevestiging kreeg. 'De kinderen van Versteeg moeten allen onder de wol' klonk het."

Versteeg, dat was een van de codenamen van Hupkes en met zijn kinderen werden de circa 30.000 NS-medewerkers bedoeld. Hupkes stond op de golfbaan en kreeg het bericht thuis in Bilthoven pas mee. "Hij had vooraf al een aantal onderduikadressen geregeld en is toen haastig naar het dichtstbijzijnde gefietst", aldus Pieterse.

Spreekuur

In de villa in Maartensdijk nam Hupkes de schuilnaam Willem Huysmans aan. Hij deed zich met een vervalst persoonsbewijs voor als sanatorium-arts en hield zogenaamd praktijk in de badkamer.


Kinderen van Versteeg is sinds vorig jaar de titel van een vaste presentatie in het Spoorwegmuseum in Utrecht. Foto: RTV Utrecht

"Dat was niet zo vreemd als het nu klinkt", zegt Pieterse. "Er was nood en in die tijd van evacuaties en gesperde gebieden zochten veel mensen een tijdelijk onderdak." Onder het mom van een spreekuur onderhield Hupkes, alias dokter Huysmans, contacten met NS-medewerkers, koeriers en mensen van het verzet.

Wraak

De nazi's haalden als reactie op de spoorwegstaking weliswaar mensen uit hun huis, maar namen niet zozeer wraak op de individuele stakers. Ze besloten de hele bevolking in het nog bezette gebied te laten boeten en zo de staking te breken. Duits personeel bemande de treinen nu louter nog voor Duitse doeleinden en de binnenvaart werd tot half oktober platgelegd. Daarna bevroren de rivieren en kwam de bevoorrading vrijwel stil te liggen.


De nazi's probeerden de staking te breken door de bevoorrading in grote delen van Nederland stil te leggen. Foto: RTV Utrecht

De verwachting van Operatie Market Garden was geweest dat Nederland snel bevrijd zou worden, maar de geallieerde opmars mislukte. Dat de bezetting van het noorden en westen nog bijna acht maanden zou duren, had vrijwel niemand verwacht. Voor de Nederlanders in het nog niet bevrijde deel van het land brak de hongerwinter aan.

'Grootste verzetsdaad'

Na de oorlog presenteerde de NS zich als een ijzersterk bedrijf, dat zichzelf snel herpakte en bovendien een belangrijke bijdrage aan de wederopbouw leverde. De NS noemde de spoorwegstaking ‘de grootste verzetsdaad in de geschiedenis’. NS-personeel liep trots mee in de diverse parades en defilés en droeg spandoeken met teksten als "De spoorwegstaking is goed verloopen, we zijn de moffen misgeloopen" en "Wij staakten, 17 september '44 - 5 mei '45." Hupkes was er van overtuigd dat hij vanuit zijn badkamer de leiding had gehad over de spoorwegstaking in heel bezet Nederland.


NS-personeel liep trots mee in defilés en parades. Foto: Collectie Spoorwegmuseum

Historicus Dolf Rüter deed in opdracht van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie onderzoek naar de spoorwegstaking en trok een andere conclusie. Hij oordeelde in zijn boek ‘Rijden en staken’ dat de actie geen effect heeft gehad op de militaire operatie. Bovendien werd de staking lokaal aangestuurd en niet centraal vanuit de directie. Hupkes was daar uitermate verbolgen over en heeft geprobeerd de publicatie tegen te werken.

Beschietingen

"Het werk was in de loop van 1944 al steeds gevaarlijker geworden door voortdurende beschietingen vanuit geallieerde vliegtuigen en verzetsacties bij het spoor", zegt Pieterse. "Voor de mensen op de trein was er waarschijnlijk niet veel aansporing nodig om hun post verlaten. Hoewel een aantal onderduikers al snel weer tevoorschijn kwam omdat persoonlijke represailles uitbleven, hielden medewerkers boven de rivieren zich uiteindelijk toch acht maanden verborgen", aldus Pieterse. "Natuurlijk hadden ze achteraf het gevoel dat ze iets hadden bijgedragen en in moreel opzicht was dat ook zeker zo.”


Na de bevrijding kwam het treinverkeer weer op gang en presenteerde de NS zich als ijzersterk bedrijf. Foto: Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Pieterse plaatst ook kanttekeningen bij de houding van de NS in de oorlog. De NS-top had zich hooguit binnen het geoorloofde verzet tegen eisen die de Duitsers aan het bedrijf zelf hadden gesteld, zoals tegen het leveren van personeel voor de Arbeidseinsatz. Van meedoen met eerdere stakingen, zoals die van februari 1941 of april/mei 1943 had de directie niets willen weten. Ook illegale acties van individuele spoorwegmedewerkers werden niet door de top van het bedrijf gesteund. Daarmee verbleekte de glans van die heroïsche spoorwegstaking toch enigszins.

Deportatie

En dan was er natuurlijk nog die inktzwarte bladzijde in de NS-historie. In de eerste jaren na de bevrijding werd nog niet hardop gesproken over de loyale bijdrage van de NS aan de bezetters: militaire transporten, het vervoer van krijgsgevangenen en mannen voor de Arbeidseinsatz en de deportatie van holocaustslachtoffers. Pas in de jaren vijftig kwamen daarover de eerste kritische vragen.


Deportatie van Joden in 1943 of 1944, Westerbork. Foto: Rudolf Breslauer, beeldbank NIOD

Waarom protesteerde de NS-leiding wel toen het ging om het eigen personeel en niet tegen de gruweldaden waar ze door de ritten naar de vernietigingskampen zelf een aandeel in had gehad? In de ondervragingen van de Enquetecommissie voor het regeringsbeleid van 1953 werden dit soort vragen voor het eerst aan de directie van NS in oorlogstijd gesteld. Het spoorbedrijf heeft er zelf ook lang mee geworsteld.


Zestig jaar na de oorlog bood de NS excuses aan voor het leed dat de deportaties hebben veroorzaakt. Foto: ANP

In 2005, zestig jaar na de bevrijding, bood topman Aad Veenman namens de NS alsnog excuses aan de Joodse gemeenschap aan voor het leed dat de deportaties hebben veroorzaakt. Pas in 2018 kwam er een regeling die de NS verplicht om een schadevergoeding te betalen aan de Joden, Roma en Sinti die naar de concentratiekampen zijn gebracht en hun directe nabestaanden.

Medal of Freedom

Willem Hupkes gaf na de oorlog nog anderhalf jaar leiding aan het herstel van de spoorwegen en trad daarna toe tot de raad van commissarissen. Hij werd voor zijn aandeel in de bevrijding van Nederland geëerd met een Amerikaanse Medal of Freedom with Silver Palm en de Britse onderscheiding ‘Commander in the civil division of the order of the British empire’.


Willem Hupkes bleef na de oorlog nog anderhalf jaar directeur van de NS. Foto: Nationaal Archief

In Nederland werd hij benoemd tot Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau. Een van de twee spoorbruggen over de Waal bij Zaltbommel werd omgedoopt tot Dr. W. Hupkesbrug.

Sinds 17 september 2019 is in het Spoorwegmuseum de vaste presentatie 'Kinderen van Versteeg' over NS in de Tweede Wereldoorlog te zien. Op internet is een gelijknamig digitaal dossier beschikbaar. In de Museumweek worden van 20 tot en met 26 april dagelijks video's op de Facebookpagina van het Spoorwegmuseum getoond.