Op 26 november 1944 staat Grubbenvorst op het punt bevrijd te worden. De inwoners hebben al langer het gevoel dat de bevrijding nabij is. Kapelaan Trienekes uit Grubbenvorst:

Telkens als de inwoners de Britten zien, stoten die niet tot in het dorp door. Dat is tot morgen dan, maar dat gaan de inwoners niet meemaken. De Duitsers evacueren de inwoners in de nacht van 26 op 27 november. Dit doen ze omdat ze niet willen dat de Grubbenvorstenaren hen voor de voeten gaan lopen tijdens de verdediging van het dorp. Dus gaan Duitse soldaten langs alle kelders om mensen weg te sturen:

Het bijzondere van deze evacuatie is dat de inwoners het front over moeten steken. Meestal moeten mensen juist weg van het front, verder bezet gebied in. Maar omdat de Maas die weg blokkeert, moet Kapelaan Trienekes samen met zijn dorpsgenoten dwars door het front naar Lovendaal. Maar de Grubbenvorstenaren zien dat niet zitten, het gehucht is veel te klein. Dus besluiten de evacués om het bevel te negeren en naar Sevenum te gaan:

Om de evacués gerust te stellen geeft de Kapelaan hen te voet de absolutie. Daarmee pleit hij hun zonden kwijt zodat ze in de hemel komen: