Het was een klein burgervliegveld met een simpele grasmat. Maar met het puin van de bombardementen op Rotterdam werd ‘Fliegerhorst Leeuwarden’ omgebouwd tot een van de belangrijkste uitvalsbases van de Duitse Luftwaffe in Nederland.

Om Nederland tot capitulatie te dwingen voerden de Duitsers op 14 mei 1940 een groot bombardement uit op de stad Rotterdam. En met succes, de tegenstand die de bezetter in de meidagen van 1940 tegenkwam, werd mede door het bombardement van Rotterdam aan kant geschoven. Vlot na die capitulatie landde er een Duits vliegtuig in Leeuwarden. Het was voor de bezetter namelijk meteen duidelijk dat het grasland bij Leeuwarden van groot belang zou zijn: “Van dit voetbalveld gaan we een echt vliegveld maken” zou een van de officieren hebben gezegd.

De daad werd bij het woord gevoegd: iedere dag hielpen 7000 mensen uit heel Fryslân mee aan de opbouw van de 'Fliegerhorst'. Ze kwamen uit de hele provincie, en er werden zelfs speciale lijndiensten ingezet om de arbeiders vanuit bijvoorbeeld Appelscha of Sneek naar Leeuwarden te brengen. De puinresten die bij het bombardement in Rotterdam waren overgebleven, werden per schip naar Fryslân vervoerd, om van daaruit met een treintje naar Fliegerhorst Leeuwarden gebracht te worden. Daar werd het puin gebruikt om landingsbanen mee aan te leggen.

 

Strategie

Fliegerhorst Leeuwarden was voor de Duitse bezetter met name een uitvalsbasis voor bommenwerpers die Britse doelen aanvielen. Ook was het de basis voor de dag- en nachtjagers die de kust bewaakten, konvooien begeleidden en geallieerde vliegtuigen uit de lucht schoten. In Sondel, Marum en op Terschelling en Schiermonnikoog plaatsten de Duitsers daarnaast radars om precies in de gaten te houden wat er zich in de lucht afspeelde.

Op de grond vonden er, behalve in de eerste en de laatste oorlogsdagen, in Fryslân niet veel oorlogshandelingen plaats. In de lucht was dat echter des te meer het geval: geallieerden bombardeerden gedurende de gehele oorlog doelen in Duitsland en bezet gebied. Vooral havens, fabrieken en spoorwegen waren doelwit. Veel van deze vluchten naar bijvoorbeeld Emden, Wilhelmshaven en Bremen gingen over Noord Nederland, en dat ging niet altijd goed: ongeveer 500 vliegtuigen stortten tijdens de oorlog neer in Fryslân.

Op deze kaart is de strategische ligging van Friesland voor de geallieerde luchtmacht duidelijk zichtbaar (bron: Veer, Jan J. van der, De luchtoorlog boven Zuidwest-Friesland '40-'45 (Bolsward 1970))

 

Uiteindelijk duurde het tot februari 1944 voordat het eerste grote bombardement op het vliegveld van Leeuwarden plaatsvond, en pas op 16 en 17 september 1944 waren de geallieerden bij machte om de genadeklap uit te delen aan de belangrijke Fliegerhorst. Bij deze aanvallen werden echter niet alleen de start- en landingsbanen van het Leeuwarder vliegveld geraakt. De geallieerde bommen raakten ook woningen in de omliggende dorpen, en zelfs in de stad Leeuwarden zelf. Hierbij kwamen meerdere mensen om het leven. 

In 2015 maakte Omrop Fryslân een documentaire over de luchtoorlog boven Fryslân: