Bezetting of niet, het dagelijks leven gaat door. Desondanks schemert de oorlog tussen 1940 en 1945 wel duidelijk door in het leven van alledag. Er is schaarste aan van alles: brandstof, eten, kleding. Producten komen op de bon en er ontstaan ruil- en zwarte handel.

Hongerevacués op de Grote Bredeplaats in Harlingen - Foto: Griet de Jong (Tresoar, Fries Fotoarchief)

De kinderen in deze wagen aan de Grote Bredeplaats zijn hongerevacués. Vanwege de Hongerwinter zijn de kinderen van de Randstad naar gastouders in Harlingen gebracht, en in juli 1945 mogen ze terug naar hun echte ouders. In 1969 schreef H. Holtzen-Möller over deze tijd: "Vijfentwintig jaar geleden vroeg de IKO (Interkerkelijke organisatie) hulp om kinderen uit Holland naar Friesland te brengen. Holland had geen eten, verwarming, dekking, kleding meer; alles had men ingeruild voor voeding. Men wilde de jeugd, de Hollandse kern, sparen voor de toenmalige plannen van onze oosterburen: honger, dood."

"Niet bang, blij te kunnen helpen"

Zij was er toentertijd als jonge verpleegster bij betrokken. "Er werd 's avonds in een beestenwagen gereden. Waar vijf koeien konden staan, konden dertig kinderen onder de zeven jaar liggen. Langs binnenwegen brachten de moeders uit de grote steden Rotterdam, Den Haag e.a. hun kinderen in de richting van Gouda-Zoetermeer. Verder in het donker over eindeloze Hollandse dijken, Afsluitdijk, Harlingen. Een neef van Moeder (Henri Witte) hielp de kinderen bij Friese boeren onderbrengen. "Prachtmensen, niet bang, blij te kunnen helpen." Volgens Holtzen-Möller moet de laatste rit in januari 1945 zijn geweest.

De opvang was succesvol, bleek na de oorlog. "Er was een jongetje van drie jaar, die op de heenreis negen pond woog, en als een beer terug ging naar Rotterdam."

Stadsgezicht op Leeuwarden in 1941 - Foto: Foto: J.D. de Jong (Leeuwarder Courant)

Propagandatoren

Op dit bekende stadsgezicht van Leeuwarden toont de bezetting haar aanwezigheid. Kijk maar eens onder de wijzerplaat van de Oldehove, daar hangt een spandoek. Daarop staat de tekst: "V = Victorie want Duitschland wint voor Europa op alle fronten." Het is propaganda, opgehangen as reactie op het 'V for Victory' van de Britse premier Winston Churchill.

Ook staat er bovenop de scheve toren een klein bouwseltje. Dat is een uitkijkpost voor de Luftwaffe. Vanaf de toren kunnen de Duitsers goed in de gaten houden wat er rondom de Fliegerhorst gebeurt, het vliegveld net buiten de stad. Beneden op de weg zijn witte stoepranden zichtbaar. Daarmee kunnen de Leeuwarders 's avonds hun weg nog wat vinden, ondanks de verplichte verduistering.

Vrouw Sytema met drie onderduikers - Foto: Fries Verzetsmuseum

Janke Sytema-Visser (1904-1970) uit Wergea poseert met drie onbekende onderduikers op het gras. Zij is de vrouw van Pieter Sytema, een bekende verzetsman. De familie is in de tijd van de bezetting belangrijk in het Friese onderduiknetwerk. Zij zorgen voor het opvangen van onderduikers en helpen neergekomen vliegeniers om te ontsnappen. Janke wordt door hen 'mem' genoemd.

Eén van die vliegeniers is Erwin Bevins. Hij hoort bij de bemanning van een Amerikaanse bommenwerper. Dit vliegtuig stort op 22 december neer op het kerkhof van Mirns. Met een parachute landt Bevins in het Rijsterbos. Met hulp uit Wergea kan de Amerikaanse vliegenier ontsnappen naar Deventer. Daar kan hij uiteindelijk de bevrijding vieren.

Ook Janke en haar echtgenoot halen 1945. Maar in de oorlog is Janke's man gemarteld en met een groep andere Wergeasters naar een concentratiekamp gebracht. Hij kwam als een gebroken man terug en negen jaar na de oorlog overleed hij.

Wegwijzers in Harlingen op de hoek Voorstraat-Sint Jacobsstraat - Foto: Fries Verzetsmuseum

Door deze wegwijzers blijkt wel dat de Duitse bezetter in Harlingen is. De pijlen staan op de hoek van de Voorstraat en de Sint Jacobsstraat. Harlingen is als Friese havenstad een belangrijke plaats op de route tussen Amsterdam en Leeuwarden.

Vuilniswagen met paard - Foto: Foto: F.W. Scholte (Tresoar)

Een jaar na het uitbreken van de oorlog zet F.W. Scholte deze vuilniswagen van de Leeuwarderadeel op de foto. Naast de auto staat Ritske Banda (1897-1982) uit Huizum, die chauffeur is bij de gemeentereiniging. Hij houdt de leidsels van het paard vast. Ook lopen Gerrit Stelpstra en Bram de Pie naast de wagen, die door de Van der Veldestraat in Huizum rijdt. Door het tekort aan benzine moet de gemeente paarden voor de vuilniswagen spannen. Maar de wagen kan ook op persgas rijden, dat is te zien aan de vier bollencilinders achter de cabine.

Een Engelse vliegenier krijgt een graf op Schiermonnikoog - Foto: Foto: Sake van der Werff (Fries Verzetsmuseum)

Hij krijgt een laatste rustplaats op kerkhof Vredenhof op Schiermonnikoog. Boven het eiland is in de bezettingstijd een luchtoorlog gaande. Die eist talloze mensenlevens. De vliegeniers die sneuvelen, krijgen op Schiermonnikoog een graf op Vredenhof.

Doden zijn geen vijanden meer

De begraafplaats tussen de duinen is bijzonder omdat er allerlei slachtoffers door elkaar liggen: geallieerden, maar ook Duitse militairen. Tussen 1941 en 1944 spoelen er ruim 60 vliegeniers aan. Dankzij hoteleigenaar Sake van der Werff (1870-1955) krijgen de drenkelingen een begrafenis met militaire eer. Hij maakt van iedere begrafenis een foto. En doden zijn geen vijanden meer, vindt Van der Werff. Dus komen ze naast elkaar op één begraafplaats.