BARNEVELD - De Tweede Wereldoorlog en de pluimveesector, ook dáár zitten verhalen. Het Nederlandse Pluimveemuseum heeft er een hele expositie over: Oorlog in het kippenhok. En daarin gaat het bijvoorbeeld over de ondergedoken kip.

Het is dit jaar 75 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd, en ook het Pluimveemuseum wil een graantje meepikken van het bevrijdingstoerisme dat eromheen ontstaat. Vrijdag is er de wisselexpositie 'Oorlog in het kippenhok' geopend over de pluimveesector in oorlogstijd.

Tekst gaat verder onder de video.

Er was tijdens de oorlog niet zoveel over van die sector, weet samensteller Gerjan Crebolder. 'Je mocht maar maximaal tien kippen hebben. Kippenvoer was bestemd voor menselijke consumptie. Heel veel bedrijven uit de pluimveesector hadden daarom niks te doen en zochten alternatief werk. Eentje is bijvoorbeeld carbidlantaarns gaan maken.'

Onderduikers

Ook waren er Joden, verzetsmensen en geallieerde militairen ondergedoken in de lege kippenstallen. Maar vergeet de ondergedoken kip niet. 'Dat was een speciaal ras: de Barnevelder. Die zijn er nu wel heel veel, maar toen niet. Een fokker heeft er toen een paar achtergehouden.'

Deze typisch Gelderse kip werd op een grote landbouwtentoonstelling in Den Haag in 1911 voor het eerst gepresenteerd. De Barnevelder was een populair ras en werd wereldberoemd vanwege de vele eieren die de kippen van dit ras leggen.

Zie ook: Hoe Barneveld het kippendorp van Nederland werd

Het is volgens Crebolder 'geen supergrote' tentoonstelling, maar er is wel veel te zien en te lezen. 'Als je het verband nog niet wist tussen de pluimveehouderij en oorlog, kom je het hier te weten.'