NEDERWEERT - Het waren letterlijk en figuurlijk ‘woestijnratten’, de militairen van het 122e tankregiment van The Royal Scots Greys. Tijdens WOII hadden ze gevochten in Palestina, Irak, Egypte, Libië, Italië en aan de Franse kust tijdens D-Day. In de zeventiende eeuw was het een prestigieus Schots cavalerieregiment geweest dat uitsluitend grijze paarden benutte. Vandaar de naam ‘Scots Greys’.

Op één van de eerste dagen van de bevrijding, op dinsdag 26 september 1944, vestigden de Greys zich in Boeket (bij het Limburgse Nederweert). De luitenant-kolonel richtte zijn kwartier in bij Dreesen Drees (Andreas Zegveld, huidige adres Hoek 2). De militairen annexeerden de wei van die boerderij als een soort parkeerplaats voor de vele tanks. Op de inrit lag een bergje stalmest in de weg. Maar Drees was een vriendelijk en behulpzaam man. Dus bood hij aan om dat hoopje mest wel even aan de kant te doen zodat de tanks vrije doorgang hadden en de oorlog geen nodeloze vertraging zou oplopen. Buurjongen Fons Vossen, die er bij stond te kijken en de Engelse taal beheerste, mocht het aanbod overbrengen aan de tankcommandant. Die lachte minzaam, bedankte voor de geste, maar de colonne tanks reed met donderend geraas het weiland op. ’t Waas neet vandoon’, herinnerde Fons zich later nog. Hij woonde er tegenover, op de boerderij ‘Joeëste’ die nu als adres Heijsterstraat 13 heeft. In de schob en schuur van Vossen bivakkeerde de tankbemanning en buiten stonden de verkenningswagens opgesteld.

Van gigantisch kasteel naar kippenhok

In het kippenhok werden de officieren kapitein Sprot en luitenant Althorp gelegerd. Althorp, die eigenlijk John Spencer heette, was van adellijke afkomst en was geboren in het gigantisch grote Engels kasteel-landhuis Althorp House in Northamptonshire.

Baileybrug bij Nederweert, najaar 1944 - foto Alfons Bruekers

Luitenant ‘Johnny’ Althorp was pas 20 jaar en viel bij de Nederweertenaren op door zijn rode haardos. Ondanks zijn jeugdige leeftijd had hij al een aardige staat van dienst opgebouwd tijdens D-Day. Het verblijf van Althorp en de andere Scots Greys in Boeket was niet zonder verliezen. Sergeant Lewis Cameron, die in de schuur van Vossen sliep, werd dodelijk getroffen door een kogel van een Duitse sluipschutter. Een paar dagen later sneuvelden luitenant Perkins en de soldaten Hall en Jefferies. Zij waren op de hoek van de Kerkstraat en Brugstraat eten aan het bereiden toen daar een Duitse mortiergranaat ontplofte. Allen werden begraven langs de Heijsterstraat.

Vader van Diana en opa van Harry

Op dinsdag 3 oktober 1944 vertrokken de Greys naar Nijmegen, waar ze opnieuw veel verliezen leden. In de omgeving van Opheusden sneuvelden vier 'Greys' toen hun tank werd getroffen. De vier mannen worden nog steeds vermist. Van de soldaten uit Boeket was John Althorp één van de weinigen die de oorlog overleefden. Na de oorlog werd hij stalmeester van eerst koning George VI en daarna koningin Elizabeth II. In 1975 volgde hij zijn vader op en kreeg hij de adellijke titel ‘8th earl of Spencer and viscount of Althorp’. Hij verwekte vijf kinderen. Eén daarvan kennen we natuurlijk allemaal: Diana Spencer, de te vroeg overleden ex-echtgenote van prins Charles. Zij ligt in de tuin van Althorp House begraven. Hun zoon prins Harry heeft zijn rode haarkleur van Johnny uit Nederweert geërfd.

Auteur Alfons Bruekers - 6 oktober 2019
Stichting Geschiedschrijving Nederweert