EIBERGEN - Het is een vergeten hoofdstuk in de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog; de 'zelfmoordgolf' die Nederland, en dan met name Amsterdam, overspoelde na de Duitse inval in 1940. Een van de bekendste Nederlanders die in de meidagen uit het leven stapte was de in Eibergen geboren schrijver en literatuurcriticus Menno ter Braak.

De in 1902 geboren Ter Braak stond bekend om zijn kritische pen en gold in de jaren 30 als fel criticus van wat er allemaal gebeurde in nazi-Duitsland. Ook van het communisme, een andere massabeweging, moest hij weinig hebben. Ter Braak had nauwe contacten met Duitse schrijvers die in Nederland hun toevlucht hadden gezocht na de machtsovername van Hitler. In 1940 kreeg Ter Braak een klacht aan zijn broek vanwege het boek Hitlers eigen woorden, een vertaling van het Duitse boek Gesprächte mit Hitler. 

Menno ter Braak - publiek domein

Het felle pamflet werd na een klacht uit Duitsland uit de handel gehaald en Ter Braak en zijn uitgever Leopold werden voor de rechter gedaagd wegens 'belediging van een bevriend staatshoofd.'. De zaak zou dienen op 14 mei maar werd te elfder ure ingetrokken. Ter Braak, die altijd had gezegd dat hij een Duitse bezetting niet zou meemaken, pleegde na een mislukte poging om naar Engeland te ontkomen op 14 mei 1940 zelfmoord. De schouwarts, die een dag later kwam, vulde als sterfdatum 15 mei in, Uitgever Leopold pleegde eveneens zelfmoord. 

Paniek en ontreddering; geen uitweg meer 

De gebeurtenissen zijn illustratief voor de paniek en de ontreddering die veel mensen in de meidagen voelden. Intellectuelen en bijvoorbeeld uit Duitsland gevluchte Joden die de vervolgingen zoals de beruchte Kristallnacht hadden meegemaakt en nu in het veilig geachte Nederland - velen waren uitgeweken naar Amsterdam - de zwarthemden van de WA en de NSB'ers het straatbeeld zagen domineren.  Na de snelle capitulatie was de weg naar Engeland afgesneden; met de rug tegen de muur.  Abel Herzberg spreekt in zijn Kroniek der Jodenvervolging 1940-1945 van een zelfmoordepidemie'', Tegenover een gemiddelde van ongeveer 70 zelfmoorden per jaar waren dat er in 1940 maar liefst 248. 

In het zojuist verschenen boek Mij krijgen ze niet levend. De zelfmoorden van mei 1940 stelt auteur Lucas Lichtenberg dat de zelfmoorden na de Duitse inval nooit goed in kaart zijn gebracht. historici sloegen volgens hem een slag naar de cijfers, laat staan dat er een beeld ontstond van de betrokkenen en hun achtergronden. Lichtenberg wil die mensen met zijn boek voor het voetlicht trekken.

'Nooit leven onder dat tuig'

De belangrijkste reden om uit het leven te stappen was angst. Zowat de helft van de mensen die tot de wanhoopsdaad kwamen was Joods. Ze hadden gezien en gehoord wat er sinds 1933 met de Joden in Duitsland gebeurde en zagen geen andere uitweg. Andere Nederlanders gaven aan niet te kunnen leven onder een Duitse overheersing. Het besluit werd in  alle lagen van de bevolking genomen, aldus Lichtenberg die het voorbeeld geeft van de Amsterdamse hoogleraar Bonger die zei 'niet onder dat tuig' te willen leven. Een Urker visser maakt om diezelfde reden een eind aan het leven van zijn vrouw, zijn kinderen en zichzelf. Ook Duitse (politieke) vluchtelingen komen tot het finale besluit.

Lichtenberg noemt het  opmerkelijk dat zelfs een historicus als Lou de Jong, die in 1940 van nabij de zelfmoord van vrienden meemaakte daar in zijn werk niet over rept. En dat terwijl de hausse aan zelfmoorden aangaf dat de wanhoop groot was. Een historisch belangrijk feit. 

Meer over Menno ter Braak.